Rain or Shine: A Memorable King’s Day in Vondelpark

In this episode, we'll celebrate a heartwarming King's Day picnic in Amsterdam's Vondelpark, where love and laughter endure rain or shine.

Nl: Het was een drukke dag in Amsterdam.
En: It was a busy day in Amsterdam.

Nl: De lucht was vol oranje ballonnen.
En: The sky was full of orange balloons.

Nl: Mensen droegen koningskronen en vlaggen.
En: People wore royal crowns and flags.

Nl: Sophie en Bram keken rond in het Vondelpark.
En: Sophie and Bram looked around in Vondelpark.

Nl: Het was tijd voor de familiepicknick.
En: It was time for the family picnic.

Nl: Sophie droeg een grote mand.
En: Sophie carried a large basket.

Nl: Bram hielp met een deken.
En: Bram helped with a blanket.

Nl: Ze vonden een plek onder een grote boom.
En: They found a spot under a big tree.

Nl: De zon scheen fel.
En: The sun shone brightly.

Nl: De bloemen bloeiden.
En: The flowers bloomed.

Nl: Alles was perfect.
En: Everything was perfect.

Nl: Hun familie kwam langzaam aan.
En: Their family arrived slowly.

Nl: Tantes, ooms, neven en nichten.
En: Aunts, uncles, cousins.

Nl: Iedereen was blij om elkaar te zien.
En: Everyone was happy to see each other.

Nl: Ze hadden lekkere hapjes bij zich.
En: They brought delicious snacks.

Nl: Stokbrood, kaas, worst en chocolade.
En: Baguette, cheese, sausage, and chocolate.

Nl: 'Kijk eens wat ik heb!'
En: "Look what I have!"

Nl: riep oom Hans.
En: shouted Uncle Hans.

Nl: Hij had een grote oranje taart.
En: He had a big orange cake.

Nl: Iedereen moest lachen.
En: Everyone laughed.

Nl: Ze sneden de taart aan en deelden uit.
En: They cut the cake and shared it.

Nl: Terwijl ze aten, praatten ze over oude tijden.
En: While they ate, they talked about old times.

Nl: Over vorige Koningsdag vieringen.
En: About previous King's Day celebrations.

Nl: Over vakanties.
En: About vacations.

Nl: Over kinderen die groot werden.
En: About children growing up.

Nl: De kinderen speelden met elkaar.
En: The children played together.

Nl: Ze renden rond de boom.
En: They ran around the tree.

Nl: Sophie en Bram keken met een glimlach.
En: Sophie and Bram watched with a smile.

Nl: Voor hen was dit de perfecte dag.
En: For them, this was the perfect day.

Nl: Maar dan gebeurde er iets.
En: But then something happened.

Nl: De lucht betrok.
En: The sky turned dark.

Nl: Donkere wolken kwamen.
En: Dark clouds came.

Nl: Een zucht wind blies de ballonnen weg.
En: A gust of wind blew the balloons away.

Nl: Het begon te regenen.
En: It started to rain.

Nl: 'Oh nee!'
En: "Oh no!"

Nl: riep Sophie.
En: shouted Sophie.

Nl: 'Wat moeten we doen?'
En: "What should we do?"

Nl: Bram keek om zich heen.
En: Bram looked around.

Nl: 'We kunnen schuilen onder de brug daar!'
En: "We can take shelter under the bridge there!"

Nl: zei hij.
En: he said.

Nl: De hele familie pakte snel hun spullen.
En: The whole family quickly grabbed their things.

Nl: Ze renden samen naar de brug.
En: They ran together to the bridge.

Nl: Ze stonden dicht bij elkaar om droog te blijven.
En: They stood close together to stay dry.

Nl: Iedereen was nat, maar lachte toch.
En: Everyone was wet, but still laughed.

Nl: Ze maakten grappen en zongen liedjes.
En: They made jokes and sang songs.

Nl: Binnen een paar minuten hield de regen op.
En: Within a few minutes, the rain stopped.

Nl: De zon kwam weer tevoorschijn.
En: The sun came out again.

Nl: 'Laten we teruggaan naar onze plek,' zei Bram.
En: "Let's go back to our spot," said Bram.

Nl: Terug bij de boom legden ze de deken weer neer.
En: Back at the tree, they laid the blanket down again.

Nl: Ze aten verder, babbelden en hadden plezier.
En: They continued eating, chatting, and having fun.

Nl: Sophie en Bram keken naar hun familie.
En: Sophie and Bram looked at their family.

Nl: Ondanks de regen was het een bijzondere dag geworden.
En: Despite the rain, it had become a special day.

Nl: Aan het einde van de middag pakten ze hun spullen.
En: At the end of the afternoon, they packed their things.

Nl: Ze namen afscheid van elkaar.
En: They said goodbye to each other.

Nl: 'Tot de volgende keer!'
En: "Until next time!"

Nl: riepen ze.
En: they called.

Nl: Sophie en Bram liepen hand in hand naar huis.
En: Sophie and Bram walked home hand in hand.

Nl: Ze keken naar de ondergaande zon.
En: They watched the setting sun.

Nl: 'Dit was een geweldige Koningsdag,' zei Sophie.
En: "This was an amazing King's Day," said Sophie.

Nl: 'Ja,' zei Bram.
En: "Yes," said Bram.

Nl: 'Ik kan niet wachten tot de volgende.'
En: "I can't wait until the next one."

Nl: En zo eindigde een speciale dag in het Vondelpark.
En: And so ended a special day in Vondelpark.

Nl: Een dag vol liefde, lachen en herinneringen.
En: A day full of love, laughter, and memories.