In this episode, we'll join three friends as they embark on an exciting tulip adventure, biking through the busy streets of Amsterdam and learning valuable lessons along the way.
Nl: Op een zonnige dag in Amsterdam waren er drie vrienden: Jasper, Eva, en Bram.
En: On a sunny day in Amsterdam, there were three friends: Jasper, Eva, and Bram.
Nl: Ze hielden veel van avontuur.
En: They loved adventure very much.
Nl: Dat avontuur begon in een tulpenwinkel.
En: That adventure began in a tulip shop.
Nl: Jasper kocht een boeket.
En: Jasper bought a bouquet.
Nl: Dik en vol, het zat vol met rode, gele en roze tulpen.
En: Thick and full, it was filled with red, yellow, and pink tulips.
Nl: Hij vond het mooi.
En: He thought it was beautiful.
Nl: Maar er was een probleem.
En: But there was a problem.
Nl: Ze waren op fietsen.
En: They were on bikes.
Nl: Hoe konden ze het boeket veilig naar huis brengen?
En: How could they safely bring the bouquet home?
Nl: Ze probeerden het samen vast te houden.
En: They tried to hold it together.
Nl: Eerst Jasper, dan Eva, dan Bram.
En: First Jasper, then Eva, then Bram.
Nl: Maar de straten waren druk.
En: But the streets were busy.
Nl: Mensen gingen heen en weer.
En: People were coming and going.
Nl: Fietsen zoefden voorbij.
En: Bikes whizzed past.
Nl: Het was moeilijk.
En: It was difficult.
Nl: "Houd je sterk, Jasper!
En: "Stay strong, Jasper!"
Nl: " riep Eva.
En: Eva shouted.
Nl: "Niet loslaten, Bram!
En: "Don't let go, Bram!"
Nl: " schreeuwde Jasper.
En: Jasper yelled.
Nl: Maar het boeket was zwaar en glibberig.
En: But the bouquet was heavy and slippery.
Nl: Een paar tulpen vielen.
En: A few tulips fell.
Nl: Ze stopten en pakten ze op.
En: They stopped and picked them up.
Nl: Ze begonnen weer te fietsen.
En: They started biking again.
Nl: Langs de grachten, over bruggen.
En: Along the canals, over bridges.
Nl: Ze zagen de Westertoren.
En: They saw the Westertoren.
Nl: Ze fietsten langs het Anne Frank Huis.
En: They biked past the Anne Frank House.
Nl: De straten waren smal, met mensen en andere fietsers overal.
En: The streets were narrow, with people and other cyclists everywhere.
Nl: Het was spannend, maar ze waren vastbesloten.
En: It was exciting, but they were determined.
Nl: Plotseling riep Bram: "Pas op, Jasper!
En: Suddenly Bram shouted, "Watch out, Jasper!"
Nl: " Een auto toeterde.
En: A car honked.
Nl: Een fietser slipte.
En: A cyclist skidded.
Nl: Maar Jasper slalomde, hield het boeket stevig vast en bereikte veilig de andere kant.
En: But Jasper weaved through, holding the bouquet tightly and safely reaching the other side.
Nl: Eva en Bram volgden.
En: Eva and Bram followed.
Nl: Aan het eind van de dag kwamen ze thuis.
En: At the end of the day, they arrived home.
Nl: Ze waren moe, maar blij.
En: They were tired, but happy.
Nl: Het boeket, hoewel een beetje ruw en ontbrekend een paar tulpen, was nog steeds mooi.
En: The bouquet, though a bit rough and missing a few tulips, was still beautiful.
Nl: Ze zetten het in een vaas en bewonderden het.
En: They put it in a vase and admired it.
Nl: "Het was moeilijk," zei Jasper, "maar we deden het.
En: "It was difficult," Jasper said, "but we did it."
Nl: " Eva knikte en keek naar het boeket.
En: Eva nodded, looking at the bouquet.
Nl: "Het was een groot avontuur," zei Bram met een grijns.
En: "It was a great adventure," Bram said with a grin.
Nl: En dus eindigde hun avontuur.
En: And so their adventure ended.
Nl: Ze hadden veel geleerd.
En: They had learned a lot.
Nl: Over tulpen, over fietsen in drukke straten van Amsterdam, en over teamwork.
En: About tulips, about biking in busy streets of Amsterdam, and about teamwork.
Nl: En dat maakte de dag perfect.
En: And that made the day perfect.