Nl: De zomerzon stond hoog aan de hemel.
En: The summer sun stood high in the sky.

Nl: De Nederlandse duinen schitterden in het licht.
En: The Dutch dunes shimmered in the light.

Nl: Drie kinderen stonden aan de rand van het zand.
En: Three children stood at the edge of the sand.

Nl: Thijs, Femke en Bram waren klaar voor hun zomerse schoolproject.
En: Thijs, Femke, and Bram were ready for their summer school project.

Nl: Thijs, een stille jongen met een grote passie voor de natuur, keek rond.
En: Thijs, a quiet boy with a great passion for nature, looked around.

Nl: Hij droomde van het ontdekken van een zeldzame plant.
En: He dreamed of discovering a rare plant.

Nl: Femke, altijd enthousiast, had haar notitieboekje klaar.
En: Femke, always enthusiastic, had her notebook ready.

Nl: Ze wilde haar klasgenoten leren hoe belangrijk het was om de duinen te beschermen.
En: She wanted to teach her classmates how important it was to protect the dunes.

Nl: Bram, de leider van de groep, checkte hun lijst.
En: Bram, the leader of the group, checked their list.

Nl: Hij wilde alles netjes afwerken en een goed cijfer halen.
En: He wanted to complete everything neatly and get a good grade.

Nl: "Oké," zei Bram, "We hebben weinig tijd.
En: "Okay," said Bram, "We have little time.

Nl: Het is heet, dus we moeten goed plannen."
En: It's hot, so we need to plan well."

Nl: Thijs knikte en keek verder de duinen in.
En: Thijs nodded and looked further into the dunes.

Nl: Hij zag iets groens in de verte.
En: He saw something green in the distance.

Nl: "Ik denk dat ik daar iets bijzonders zie," zei hij zachtjes.
En: "I think I see something special over there," he said softly.

Nl: Bram fronste.
En: Bram frowned.

Nl: "Laten we dat voor later bewaren, Thijs.
En: "Let's save that for later, Thijs.

Nl: Eerst moeten we de basisinformatie verzamelen."
En: First, we need to gather the basic information."

Nl: Femke begon met het verzamelen van gegevens.
En: Femke started collecting data.

Nl: Ze noteerde de soorten planten en bloemen die ze zag.
En: She noted down the types of plants and flowers she saw.

Nl: Ze legde de nadruk op hoe elke plant belangrijk was voor het ecosysteem.
En: She emphasized how each plant was important for the ecosystem.

Nl: Thijs was ongeduldig.
En: Thijs was impatient.

Nl: Hij wilde naar het groene plekje dat hij had gezien.
En: He wanted to go to the green spot he had seen.

Nl: Bram probeerde iedereen bezig te houden.
En: Bram tried to keep everyone busy.

Nl: De zon werd steeds heter en het zand voelde brandend aan.
En: The sun was getting hotter, and the sand felt burning.

Nl: Na een tijdje kwam Thijs dichtbij Bram.
En: After a while, Thijs came close to Bram.

Nl: "Ik ga even kijken daar verderop," zei hij.
En: "I'm going to have a look over there," he said.

Nl: Bram keek bezorgd.
En: Bram looked concerned.

Nl: "We moeten bij elkaar blijven, Thijs," waarschuwde hij.
En: "We need to stick together, Thijs," he warned.

Nl: Maar Thijs had zijn besluit al genomen.
En: But Thijs had already made up his mind.

Nl: Hij liep snel weg, dieper de duinen in.
En: He quickly walked away, deeper into the dunes.

Nl: Femke keek op en zag dat Thijs weg was.
En: Femke looked up and saw that Thijs was gone.

Nl: "Waar is hij naartoe?"
En: "Where did he go?"

Nl: vroeg ze, verbaasd.
En: she asked, surprised.

Nl: Bram zuchtte.
En: Bram sighed.

Nl: "Hij is weer op zoek naar iets zeldzaams.
En: "He's off looking for something rare again.

Nl: We moeten hem gaan zoeken."
En: We need to find him."

Nl: Femke en Bram begonnen door de duinen te lopen.
En: Femke and Bram began walking through the dunes.

Nl: Ze volgden het spoor van Thijs.
En: They followed Thijs's trail.

Nl: De zon brandde op hun rug.
En: The sun burned on their backs.

Nl: Na een tijdje vonden ze voetafdrukken.
En: After a while, they found footprints.

Nl: Femke gebruikte haar kennis van de natuur.
En: Femke used her knowledge of nature.

Nl: Ze zag welke planten Thijs had geraakt.
En: She saw which plants Thijs had touched.

Nl: "We zijn dichtbij," zei ze.
En: "We're close," she said.

Nl: Ze riepen zijn naam.
En: They called out his name.

Nl: Geen antwoord.
En: No answer.

Nl: Plotseling hoorden ze een zwak geluid.
En: Suddenly, they heard a faint sound.

Nl: Ze renden ernaartoe.
En: They ran towards it.

Nl: Thijs zat in het zand, hijgend en bezweet, maar hij hield een kleine plant omhoog.
En: Thijs was sitting in the sand, panting and sweaty, but he was holding up a small plant.

Nl: "Ik heb het gevonden," zei hij trots.
En: "I found it," he said proudly.

Nl: Femke knielde bij hem.
En: Femke knelt beside him.

Nl: "Maar je bent verdwaald, Thijs.
En: "But you got lost, Thijs.

Nl: We moeten voorzichtig zijn."
En: We need to be careful."

Nl: Bram zuchtte opgelucht.
En: Bram sighed in relief.

Nl: "Laten we teruggaan en afmaken waar we mee bezig waren."
En: "Let's go back and finish what we were doing."

Nl: Samen hielpen ze Thijs op en liepen terug.
En: Together, they helped Thijs up and walked back.

Nl: Terug bij de start, begon Femke haar presentatie.
En: Back at the start, Femke began her presentation.

Nl: Op de laatste dag van hun project stonden ze voor de klas.
En: On the last day of their project, they stood before the class.

Nl: Thijs toonde zijn zeldzame plant.
En: Thijs showed his rare plant.

Nl: Femke sprak over de bescherming van de duinen.
En: Femke spoke about protecting the dunes.

Nl: Bram zorgde ervoor dat alles goed verliep.
En: Bram made sure everything went smoothly.

Nl: Hun leraar glimlachte.
En: Their teacher smiled.

Nl: "Jullie hebben geweldig werk geleverd.
En: "You all did a great job.

Nl: Jullie hebben niet alleen geleerd over de natuur, maar ook over elkaar."
En: You not only learned about nature but also about each other."

Nl: De klas applaudisseerde.
En: The class applauded.

Nl: Thijs voelde zich zelfverzekerd.
En: Thijs felt confident.

Nl: Hij begreep nu het belang van samenwerken.
En: He now understood the importance of teamwork.

Nl: Femke zag in dat individuele ontdekkingen ook waardevol waren.
En: Femke realized that individual discoveries were also valuable.

Nl: En Bram leerde de kracht van verschillende perspectieven.
En: And Bram learned the strength of different perspectives.

Nl: De zomer was warm, maar hun succes maakte alles goed.
En: The summer was hot, but their success made everything worthwhile.

Nl: Samen hadden ze iets bijzonders bereikt in de prachtige Nederlandse duinen.
En: Together, they had achieved something special in the beautiful Dutch dunes.