Finding Confidence: Martijn’s Journey to Becoming a Teacher

In this episode, we'll follow Martijn as he grapples with nerves at the airport and finds reassurance from a cherished mentor, setting the stage for his new career as a teacher.

Nl: De zon scheen fel door de enorme ramen van de Amsterdam International Airport.
En: The sun shone brightly through the enormous windows of Amsterdam International Airport.

Nl: Martijn zat op een blauwe stoel, zijn koffers naast zich.
En: Martijn sat on a blue chair, his suitcases beside him.

Nl: Zijn vlucht was vertraagd en hij had geen idee hoe lang het nog zou duren.
En: His flight was delayed, and he had no idea how long it would take.

Nl: Hij keek om zich heen naar de reizigers die haastig voorbijliepen.
En: He looked around at the travelers hurrying by.

Nl: Sommigen keken op hun telefoons, anderen lachten, en weer anderen liepen met snelle passen naar hun volgende vlucht.
En: Some were looking at their phones, others were laughing, and still others walked briskly to their next flight.

Nl: Martijn voelde een knoop in zijn maag.
En: Martijn felt a knot in his stomach.

Nl: Over een paar dagen zou hij beginnen aan zijn nieuwe baan als leraar in een andere stad.
En: In a few days, he would start his new job as a teacher in another city.

Nl: Het was zijn eerste echte baan na zijn afstuderen en hij wist niet wat hij kon verwachten.
En: It was his first real job after graduating, and he didn't know what to expect.

Nl: Hij had altijd al leraar willen worden, maar nu het moment dichterbij kwam, voelde hij zich onzeker.
En: He had always wanted to be a teacher, but now that the moment was getting closer, he felt uncertain.

Nl: Hij wilde bewijzen dat hij het kon, niet alleen aan zijn familie maar ook aan zichzelf.
En: He wanted to prove that he could do it, not just to his family but also to himself.

Nl: Hij haalde zijn telefoon uit zijn zak en dacht even na.
En: He took his phone out of his pocket and thought for a moment.

Nl: Misschien kon hij Anna bellen, zijn oude mentor.
En: Maybe he could call Anna, his old mentor.

Nl: Ze had altijd wijze raad en hij wist dat ze hem kon kalmeren.
En: She always had wise advice and he knew she could calm him down.

Nl: Hij zocht haar nummer op en drukte op bellen.
En: He looked up her number and pressed call.

Nl: Na een paar pieptonen hoorde hij haar vertrouwde stem.
En: After a few ring tones, he heard her familiar voice.

Nl: "Hallo Martijn!
En: "Hello Martijn!

Nl: Hoe gaat het?"
En: How are you?"

Nl: vroeg Anna opgewekt.
En: Anna asked cheerfully.

Nl: "Eerlijk gezegd, niet zo goed," antwoordde Martijn.
En: "Honestly, not so great," Martijn replied.

Nl: "Mijn vlucht is vertraagd en ik voel me nerveus over mijn nieuwe baan.
En: "My flight is delayed, and I feel nervous about my new job.

Nl: Wat als ik het niet kan?"
En: What if I can't do it?"

Nl: Anna zweeg even, alsof ze nadacht.
En: Anna was silent for a moment, as if she were thinking.

Nl: "Weet je, Martijn, ik herinner me mijn eerste jaar als leraar nog goed.
En: "You know, Martijn, I remember my first year as a teacher very well.

Nl: Ik was ook heel nerveus.
En: I was very nervous too.

Nl: Maar er gebeurde iets wat mijn hele carrière veranderde."
En: But something happened that changed my whole career."

Nl: Martijn luisterde aandachtig.
En: Martijn listened attentively.

Nl: "Wat gebeurde er dan?"
En: "What happened?"

Nl: Anna glimlachte aan de andere kant van de lijn.
En: Anna smiled on the other end of the line.

Nl: "Ik had een student die erg verlegen was.
En: "I had a student who was very shy.

Nl: Hij durfde bijna niets in de klas te zeggen.
En: He hardly dared to say anything in class.

Nl: Maar op een dag kwam hij naar voren en gaf een presentatie die iedereen versteld deed staan.
En: But one day, he came forward and gave a presentation that amazed everyone.

Nl: Hij vertelde me later dat hij door mijn lessen het gevoel had gekregen dat hij het kon.
En: He later told me that he had felt he could do it because of my lessons.

Nl: Toen besefte ik dat mijn werk echt belangrijk was.
En: That's when I realized my work was really important.

Nl: Jij kunt dat ook, Martijn."
En: You can do that too, Martijn."

Nl: Martijn voelde een warme gloed van binnen.
En: Martijn felt a warm glow inside.

Nl: Anna's verhaal gaf hem hoop.
En: Anna's story gave him hope.

Nl: Hij bedankte haar en hing op.
En: He thanked her and hung up.

Nl: Terwijl hij zijn telefoon wegstopte, hoorde hij de omroep over de intercom: "Passagiers voor vlucht 232 naar Rotterdam, de boarding begint nu."
En: As he put his phone away, he heard the announcement over the intercom: "Passengers for flight 232 to Rotterdam, boarding is now beginning."

Nl: Hij stond op en pakte zijn koffers.
En: He stood up and grabbed his suitcases.

Nl: Martijn liep naar de gate met een nieuw gevoel van vertrouwen.
En: Martijn walked to the gate with a new sense of confidence.

Nl: Hij wist dat het niet makkelijk zou zijn, maar hij voelde zich klaar voor de uitdaging.
En: He knew it wouldn't be easy, but he felt ready for the challenge.

Nl: De drukte om hem heen leek ineens minder belangrijk.
En: The hustle and bustle around him suddenly seemed less important.

Nl: Hij had een doel en hij was er klaar voor.
En: He had a goal, and he was ready for it.

Nl: Toen hij het vliegtuig binnenstapte, voelde hij een gevoel van spanning en opwinding.
En: As he stepped onto the plane, he felt a sense of tension and excitement.

Nl: Dit was het begin van een nieuw hoofdstuk in zijn leven, en hij was er klaar voor.
En: This was the beginning of a new chapter in his life, and he was ready for it.

Nl: Met Anna's woorden in zijn gedachten en een glimlach op zijn gezicht ging Martijn zitten en keek uit het raam.
En: With Anna's words in his mind and a smile on his face, Martijn sat down and looked out the window.

Nl: De toekomst lachte hem toe.
En: The future smiled at him.